maandag 27 juli 2009

De Ronde v/d Pipe: Ieper 2009

Verslag van de Ronde van de Pipe:
21e editie:
Ieper zien en sterven!
Proloog 26/5/2009:
Zoals steeds, kriebelt het al behoorlijk op dinsdag 26 mei. De fietsen staan al her en der verspreid over de koer in Leuven. De laatste vijzen worden vast gezet, nog even de ketting smeren, anderen smeren de keel en iedere renner in Leuven is er klaar voor. Rond half twee is alles ingeladen en vertrekt de bus richting Ieper. Bij de chauffeur van onze bus kriebelt het blijkbaar ook, vlotte rit moet ik zeggen. Met een ei in ons broek komen we toch gezond aan in Ieper. Er was ons al gezegd dat de Nederlanders dit jaar voor het eerst zo talrijk aanwezig zouden zijn op Belgische bodem: 10 renners zijn er ingeschreven. Een record. Wat is het toch goed vertoeven in België, hé? Mooi landschap, zacht klimaat, voortreffelijke keuken en mooie meisjes die altijd wel ‘in’ zijn voor wat ‘kattekwaad’, hé Leo…? Wij gaan ons alvast installeren in onze luxe kamers J. Ondertussen komen dan ook de mensen uit Schoten aan. Blij weerzien alom, kusje hier, schouderklopje daar, even wordt er nog een traan weggepinkt… J Gelukkig heeft iedereen honger en vertrekken we met zijn allen te voet naar Ieper. Aangekomen op de markt, doen we nog even een terrasje en gaan we nadien eten. JP heeft gereserveerd voor ons en we kunnen al gauw terecht in een zaaltje. De tafel staat gedekt en de bediening gaat vlot…. Tot de rest van de zaal ook gevuld geraakt met een bus gepensioneerden. Wij doen bij het binnenkomen onze jas uit, zij hun tanden. J Verbazend hoe zij kunnen genieten van een boterham. Mijn eten is al verteerd als zij nog aan het knabbelen zijn. Nu ja, zonder tanden… ik zou het ook moeilijk hebben. J Tijdens de maaltijd komen er nog enkele laatkomers: vaste en getrouwe fietsers: Aimé en Marc. Weeral kussen enz… J Allé, na het eten gaan we iets zien dat we beslist niet mogen missen: de ‘last post’. Elke avond om 20.00u wordt er aan de Menen poort de ‘last post’ geblazen. Dit is al zo sinds het einde van de eerste wereldoorlog. Onwaarschijnlijk, net zoals de stilte die door iedereen wordt gerespecteerd. Oorverdovend! Toch wel een beetje onder de indruk, keren we terug naar de markt. De avond is nog jong. Wij met zijn allen terug naar een terras. Ze zien ons graag komen: 32 man, één vrouw. Daar kom ik later nog op terug… amai. Ook hier gaat de bediening weer vlot… niet dus. Tegen dat ik mijn Duvel aan mijn lippen wil zetten, is die van Tony al leeg… Goed bezig! Na twee rondjes vliegen we buiten en ’t is nog geen 10.30u. De vorige ronde in Nederland indachtig, snak ik naar bitterballen. Aan de overkant van de markt vind ik een frituur. En wie vind ik binnen? Dick en Leo… ni te schatten die kerels. Ben ik al onmiddellijk op achtervolgen aangewezen en we zitten nog niet eens op de fiets… dat belooft! Al snel begrijp ik wat die kerels daar komen doen… staat daar een ongelooflijk lekker ding achter de toog. De ene kan zijn ogen nauwelijks in zijn kassen houden en de andere kwijlt dat het … amai, de geile toeters! J We beslissen dan maar om onze bestelling al wandelend te verorberen, beter voor de … allé, ge weet wel. We geraken allemaal gezond - én nuchter - terug in de kazerne en kruipen in ons bed. Laatste opmerking die ik nog meen te kunnen onthouden, kwam van Koen: ik ben nog nooit zó vroeg gaan slapen… Daar moet dus beslist iets aan gedaan worden.
De eerste rit: 27/5/2009: Ieper – Koksijde – Ieper.
Opstaan om 06.30u, nog geen slachtoffers. Het gaat goed. Na een bezoekje aan de sanitaire instellingen, ben ik klaar wakker. Het is aanschuiven bij de toiletten. De ‘broek-hoest-fanfare’! J Zullen we maar gelijk overschakelen naar het ontbijt... Niet slecht, dat ontbijt. Spek met eieren, brood, allerlei beleg en liters koffie. Al direct een indigestie gegeten. Mijn kleppen gaan deze ronde zwaar afzien. We vertrekken rond half 9 richting Diksmuide. We passeren landelijke wegen en volgen een tijdje de Yzer. Helaas wind op kop en dat hebben we geweten. Dus maar even stoppen aan de Yzer toren. Veel besproken en zeker de moeite waard om even bij stil te staan. We vervolgen onze weg richting ‘Dodengang’, een museum, zowel openlucht als binnen. Men heeft zo getrouw mogelijk de loopgraven uit de eerste wereldoorlog proberen namaken om een beeld te geven hoe het er in die tijd aan toe ging. Indrukwekkend! We stoppen in de aanpalende horeca zaak waar er koffie en gebak is voorzien. Ideaal voor lijf en ledematen. Tot nu toe nog geen ongevallen noch platte banden. Het gaat onwezenlijk goed! We hebben nog een tamelijke rit voor de boeg want eten is voorzien in Koksyde. We passeren nog eerst Veurne en Nieuwpoort alvorens aan te komen in het vakantie domein ’t Liefoord’. Toch al bijna 60 km gereden mét wind op kop. Ik voel het, ‘k heb goei benen vandaag. Er wordt een lekker groente soepke geserveerd, kip curry en rijst en als dessert een ijsje. Een donkere Leffe of 2 om door te spoelen (was wel héél droge rijst...) en ik ben er weer helemaal klaar voor. We maken ons klaar voor het vervolg... willen die Nederlanders toch nog even de zee zien zeker...? Niet te schatten die mannen, bij hun doen ze alles om de zee buiten te houden en bij ons willen ze ‘per sé’ de zee zien. Klant is koning, wij naar de zee, wind op kop natuurlijk. Heel even de dijk op en dan 180° terug. Had je de mensen moeten zien kijken... die dachten zeker: ’t zullen wel Nederlanders zijn’... J Eindelijk terug op weg richting... West-Vleteren. En wat hebben ze in West-Vleteren? Jawel, een lekker biertje. J Maar deze keer stoppen we enkel om de drinkbussen te vullen om vervolgens door te rijden naar Ieper. Strak tempo, ik moet geregeld een tandje bijsteken om te kunnen volgen. Ik voel geregeld dat de volgwagen niet echt ver achter mij zit. J Bovendien begint het nog te regenen. Pech! De mooie rit langs landelijke wegen en langs talloze monumenten eindigt nat en met een valpartij. Cris kon het niet laten. Eén van de bochten was te verleidelijk om scherp aan te snijden. Op een fractie van een seconde verliest zijn voorwiel grip en even later ligt hij op zijn zij in de kant van de weg. Een eerste vaststelling wijst op wat lichte schaafwonden en lichte schade aan de fiets. Best toch even nakijken, ook de renner. ;-) Maar geen erg, even later zit hij terug op de fiets en gaat het alweer. In Ieper aangekomen, nemen we eerst een douche om vervolgens een aperitiefje te gaan nemen. We worden immers pas om 18.00u verwacht in de mess. We hebben dus nog even tijd. De douche is wel een hele belevenis. Na enkele minuten kan je eigenlijk al een bad nemen. J De afloop van de gemeenschappelijke douche lijkt een beetje verstopt. Om 18.00u eten, voortreffelijk trouwens, en dan naar de bar want… vanavond spelen ze de finale van de champions league. De groep splitst zich wat op in een clubje ‘voetbal liefhebbers’ en een clubje ‘ambiance makers’. Die laatste groep dient zich evenwel terug te trekken in de andere ruimte want die maken zoveel lawaai dat er van de voetbal niet veel meer verstaan wordt. En zelfs vanuit dat lokaal galmen de lach salvo’s door de bar. Blijkt dat Christina, als enige vrouw (respect!), moeite heeft om alles proper en droog te houden. Versta me niet verkeerd: ze heeft een pint gemorst en de hilariteit die daarop volgt, is fenomenaal. Tja, als ge al eens buiten moogt komen hé… J De avond verloopt vlot en rond elf uur gaat iedereen slapen. Morgen terug vroeg uit de veren, dus…
De tweede rit: 28/5/2009: Ieper – Watou – Ieper.
De ochtend verloopt vandaag al een stuk minder vlot J. De tong plakt nog aan het gehemelte en het hoofd draait maar moeizaam mee met het lichaam. De geur op het toilet gaat er niet bepaald op vooruit maar de sfeer gelukkig wel. Een stevig ontbijt helpt ons de nodige energie bijeen te sprokkelen om er vandaag weer stevig in te vliegen. Vandaag gaan we immers de Kemmelberg beklimmen. Ik mag er niet aan denken, de moed zakt me al in mijn shimanookes. We vertrekken richting Franse grens en stoppen na een 25 tal kilometers in de taverne ‘In de vrede’, bekend van de Sixtus abdij. We nuttigen een tas koffie en een streekgebakje. We zouden geen echte ronderenners zijn als we daar ook niet een Sixtus tot ons zouden nemen… en wel twee ook. Lekker! J Mijn hoofd voelt al veel beter aan maar het vertrouwen in de benen blijft zoek. We vervolgen onze rit naar Watou tegen een gezapige snelheid van boven de 25 km/u. Zit die Sixtus daar ergens voor tussen? J Beter niets gezegd want even later rijdt Cees lek. Een steentje. Tijdens het wachten blijkt dat Robert ook last heeft van drukverlies in één van zijn banden. Die Nederlanders toch hé… ;-) We geraken dan toch terug op pad en genieten op de fiets van het zonnetje. Even later komen we aan in het restaurant ‘tussen dag en morgen’. Best gezellige zaak en een stevige keuken. Ik krijg een bord spagetti voorgeschoteld waarbij ik onvermijdelijk aankijk tegen een indigestie. De spagetti smaakt voortreffelijk en ik vergeet prompt dat ik straks nog verder moet met de fiets. Na de maaltijd staat mijn buik bijzonder gespannen en een bezoekje aan het toilet lijkt onvermijdelijk. Ik krijg medelijden met diegene die na mij komt. J Gelukkig krijgt iedereen buiten een beetje frisse lucht en kunnen we spoedig weer vertrekken. Op naar de Kemmelberg. We doen nog eerst een paar kleinere hellingen, bij wijze van oefening. Ik schuif na elke helling wat verder op naar achter en voel al spoedig de hete adem van… de volgwagen! Niet te doen. Waar ben ik aan begonnen?! Daar is de Kemmelberg. We moeten langs de kasseien naar boven. Ik slik… ik slik nog een keer… ik blijf slikken! J Iedereen is al lang uit het zicht behalve Albert. Hij is verstandig en begint de beklimming te voet. Ik denk: ‘Gert, gij kunt da!’ Eerst nog een slok water en dan gaan we die molshoop eens beklimmen. Albert verdwijnt al achter de bocht als ik mijn fietske in gang zet. Ik vervloek mijn fiets omdat ik geen kleinere versnelling heb en bijt mijn tanden stuk. Na 50 meter, die wel een kilometer lijken, geef ik er de brui aan. Albert haal ik niet meer in. Hij was te voet sneller dan ik op de fiets. Niet echt goed voor mijn motivatie! J Boven aangekomen, wring ik mijn shirtje uit, zuig mijn drinkbus leeg en zoek een plaatske waar ik rustig kan sterven. J ‘Of alles ok is? Ja hoor. Mag ik even op je schouder leunen?’ J Na een broodnodige rustpauze zetten we onze rit verder. Prachtig landschap, gelukkig nu meer naar beneden dan naar boven. Aan de kerk van Mesen houden we nog een korte pauze, even de drinkbussen een laatste keer opvullen en dan naar Ieper. Daar aangekomen, wordt aan Christina gemeld dat de douches bij de dames onbruikbaar zijn wegens salmonella. Of zij voor een keer bij de heren…? Nee, grapje. Zij kon uiteraard ergens anders terecht. Wél hilariteit! Onze douches waren blijkbaar hersteld, of toch gedeeltelijk. Het water loopt toch al weg. J Na een verkwikkende douche zijn we klaar voor het betere werk: een maaltijd met de directeur van DPO en de adjunct directeur van BPO. Biefstuk friet en daarna nog een drankje in de bar. De calorieën vliegen erbij en de spijsvertering krijgt het zwaar te verduren. Een bezoekje aan het toilet zal mij ook nu redden van de ondergang. J Even later geven beide directeurs een speech en geven blijk van sympathie voor de ronderenners, wij dus! Ik pink een traan weg. J Jean-Pierre is zoals steeds weer goed voorbereid en heeft een cadeautje voorzien voor beide heren: een aandenken aan Sixtus. Enkele uren later zitten wij nog in de bar en begint het behoorlijk gezellig te worden. We merken al gauw dat een aantal mensen een carrière als zanger gemist hebben, voornamelijk Albert. Als een ware entertainer sleurt hij iedereen mee in een onvergetelijke avond. Er wordt gezongen en gedanst zoals ze in Ieper nog nooit hebben meegemaakt. Sluitingstijd is voorzien om 11.00u maar daar hebben wij nu echt nog geen zin in. Even Apeldoorn bellen, J allé ja, het wachtlokaal eigenlijk. ‘Of we nog even mogen verder doen? Ja hoor, geen probleem. ‘ Gejuich alom en nog een rondje! Ambiance! Tot… één van die barmannen naar het wachtlokaal belt. Of die adjudant even kon vertellen tot wanneer die heren renners mogen blijven feesten want die willen niet gaan slapen… Toen kwam de adjudant zelf even zeggen waar het op stond. Eerst het brilletje afzetten, dan vooral boos kijken en iedereen buiten vegen. Heel bizar, van het éne uiterste in het andere. Verbouwereerd verlaten we dan maar de zaak en gaan we onze slaapzalen opzoeken. Op de toiletten kom ik echt wel iedereen tegen. Allemaal hetzelfde probleem… een kleine blaas. J
De derde rit: 29/5/2009: Ieper – Houthulst – Ieper
Rond half zeven wordt iedereen wakker. De éne geraakt al wat vlotter uit bed dan de andere. De ’te mijden’ plaats is ook nu weer het toilet. J Een tas koffie zal goed doen. Na een lekker ontbijt met de nodige glaasjes fruitsap gaan we de fietsen nog even controleren voor de laatste rit. Het belooft een vlakke rit te worden. Bovendien schijnt de zon. Wat kan ik nog meer wensen? Ik kruip even later op de fiets en voel de Kemmelberg nog in mijn benen zitten. J Het ritje gaat richting Passendaele waar we onze eerste pauze inlassen aan het museum. We nemen trouwens nog een kijkje op de begraafplaats waar ongeveer 12000 soldaten begraven zouden liggen. Onwaarschijnlijk hoe proper deze begraafplaats is onderhouden. Even later zitten we terug op de fiets om rond de middag te stoppen in Houthulst. Het middagmaal wordt genuttigd in de ‘Zilverberk’. De zon schijnt nog steeds en dus nemen de meesten eerst plaats op het terras. De bediening is mooi… en inspireert Albert. J ‘Want,… Joske, Met wat denkte gij dadde gij bezig zijt? Wie doet er den afwas? De vrouwen!’ Allemaal! Weerom hilariteit. De maaltijd nemen we binnen. Na de soep krijgen we een stevige schotel van kip curry en rijst voor onze neus. Echt krachtvoer. Ik kan het wel gebruiken. J We hebben blijkbaar indruk gemaakt op het juffrouwtje van de bediening (ben haar naam vergeten vragen) want bij ons vertrek staat ze ons zowaar uit te wuiven. Sommigen hebben op dit moment problemen met het stuur… J We vervolgen dus onze baan en rijden een uur of zo later Merkem binnen. We houden nog eens halt aan de kerk om de drinkbussen te vullen. Enkelen geven nog een nummertje ‘Piet Piraat’ ten beste samen met de plaatselijke kleuterafdeling. Kan tellen als sollicitatie gesprek. J Ik ben vergeten naar het toilet te gaan en voel een sterk plaatselijk hogedrukgebied opkomen. Ik verwijder mij stilletjes maar kan niet vermijden dat de decibels de grenzen van het fatsoen overschrijden. Ik kan er wel weer tegen tot in Ieper. J De rit verloopt vlot, er wordt nog even een tempo versnelling ingevoerd en spoedig komt Ieper in zicht. Aan de Menenpoort houden we nog even halt. Toch indrukwekkend. En dan naar de douches…
Onze laatste rit zit erop. Tijd om af te sluiten. Jean-Pierre geeft nog een speech. We krijgen uiteraard allemaal een aandenken (oorkonde van deelname). En dan is het aan Henk om een slotwoordje te formuleren. Ook zij hebben een aandenken bij voor de organisatoren JP en Marc: elk een (miniatuur)fietske. En wie is er dit jaar de ‘rode lantaarn’? Moi, Gert Martens. Tja, je moet het maar doen. Geleende fiets, zo goed als geen training en zoveel mogelijk achterin rijden. J Ik ben alvast beginnen sparen voor een eigen fiets. De rode lantaarn zal er aan hangen. De volgende editie zou wel eens in het Waasland (streek rond Sint-Niklaas) kunnen zijn. Wie weet… tot volgend jaar!
Yours truely Rode lantaarn Gert Martens